J. Wever (2020), uitgeverij BoomCriminologie, 580 pagina’s, ISBN 978 94 623 6149 2.
Centraal in dit proefschrift staat de vraag welke verklaringen kunnen worden aangedragen vanuit het perspectief van de politie voor de Dirty Harry-problemen, zoals die zich hebben voorgedaan in de geschiedenis van de Nederlandse drugsbestrijding.
De term Dirty Harry-probleem refereert aan de onorthodoxe aanpak van Clint Eastwood als inspecteur Harry Callahan. Het is het dilemma dat ontstaat als het doel urgent en moreel juist is, maar er geen geoorloofde middelen zijn om het doel te bereiken. Ontsporing ligt dan op de loer, en dat is precies wat zich in de geschiedenis van de Nederlandse drugsbestrijding een aantal maal heeft voorgedaan.
De beschrijving van 50 jaar drugsbestrijding start in 1961, toen het gebruik en de handel in drugs nauwelijks als problematisch werd beschouwd. De geschiedschrijving eindigt in 2011 op de drempel van een nieuwe reorganisatie. Wever maakt gebruik van de sociaalwetenschappelijke methode analyse van het discours om gebeurtenissen te duiden. Hij bestudeerde het interne debat over de drugsbestrijding en de normering van het handelingsrepertoire, onder andere aan de hand van publicaties in landelijke vakbladen als Het Recherchemagazine, het Algemeen Politieblad en Het Tijdschrift voor de Politie.
Het resultaat is een indrukwekkend overzicht van de drugsbestrijding door de politie in haar maatschappelijke context. De drugsbestrijding, de recherche, de internationale politiesamenwerking en de bestrijding van de georganiseerde drugscriminaliteit blijken in hoge mate te zijn beïnvloed door de ontwikkeling van het drugsprobleem, het Nederlandse drugsbeleid en de keuzes die gemaakt zijn ten aanzien van de politieorganisatie. Het biedt een belangrijke verklaring voor het Dirty Harry-probleem. Daar volgens Wever op belangrijke punten fundamenteel niet veel is veranderd, behoort het Dirty-Harry-probleem waarschijnlijk niet tot het verleden.
Geef een reactie