Over de buitengewoon opsporingsambtenaar is veel te doen de laatste tijd. Wel bewapenen, niet bewapenen. Uitbreiding van bevoegdheden, of dat niet doen. De nieuwe gemeentepolitie of juist niet.
Feit is dat gemeenten steeds sterker leunen op hun boa’s. Dat doen ze ook omdat de aanwezigheid van de politie in de wijken niet langer gegarandeerd is. En tijd voor een bijdrage aan de leerbaarheid ontbreekt helemaal.
De laatste ontwikkeling is dat de minister van justitie en veiligheid besloten heeft in 10 gemeenten een proef te gaan doen met het uitbreiden van de verdedigingsmiddelen van de boa. Ze krijgen een wapenstok. Evaluatie van die pilot moet tot een definitieve beslissing erover leiden.
Ook in de bevoegdheden uitbreiding is de discussie nog steeds gaande en wordt verwacht dat dit tot bredere bevoegdheden gaat leiden.
Al die ontwikkelingen tezamen leidden tot een geanimeerde discussie met Liesbeth Huijzer, plaatsvervangend politiechef en Rinus Otte, procureur-generaal bij het Openbaar Ministerie.
Lees HIER het artikel.
Lamberink zegt
Het is spijtig om te lezen dat, zelfs een plaatsvervangend korpschef, eigenlijk niet weet hoe een buitengewoon opsporingsambtenaar te werk gaat. Laat staan welke bevoegdheid deze ambtenaar heeft. Er wordt gesproken over het feit dat de buitengewoon opsporingsambtenaar er is voor bestuursrechtelijke handhaving op het gebied van leefbaarheid, daarmee wordt gezegd en ik citeer: ”de politie is er voor de strafrechtelijke handhaving”. De buitengewoon- en algemene opsporingsambtenaren zouden juist meer samen moeten werken. Dit omdat beide verschillende bevoegdheid hebben en daarmee mekaar kunnen versterken om een gezamenlijk doen te bereiken. Ook de buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd voor veel zaken uit het wetboek van Strafrecht.
Tevens lees ik tot mijn verbazing dat er gezegd wordt: ”bij de politie leer je op de politieacademie omgaan met de discretionaire bevoegdheid en de-escalatie” hiermee wordt een aanname gewekt dat dit bij de MBO3 handhaving, toezicht en veiligheid opleidingen niet wordt gedaan.
Graag had ik gezien dat er mensen aan het woord zouden komen die misschien wél verstand hebben van het dualisme omtrent buitengewoon- en algemeen opsporingsambtenaar. Graag zou ik als afsluiting, deze plaatsvervangend korpschef uitnodigen om eens in de keuken van de buitengewoon opsporingsambtenaar te komen kijken. Zowel de opleiding als het daadwerkelijke optreden op straat.