Onlangs zat ik – op anderhalve meter – in een zaaltje met onder meer burgemeesters, wetenschappers en de denker des vaderlands om samen te reflecteren op legitimiteit van en vertrouwen in de politie. Grote begrippen, die doordenking vragen.
Legitimiteit en vertrouwen staan onder druk, beweerde een van de deelnemers. Kijk naar rapporten over de politie die grip op de samenleving kwijtraakt. Of over de verziekte cultuur binnen sommige onderdelen. Bovendien, heeft de politie een antwoord op de nieuwe demo’s en de rellen? Een andere deelnemer zag het anders: de politie geniet juist veel vertrouwen, het stijgt zelfs. Dat komt ook omdat als bij Marken ’s nachts een meisje wordt doodgereden, de politie binnen enkele weken de dader weet te achterhalen, zelfs als deze zich ophoudt in Duitsland.
Weer een ander zei dat de legitimiteit in optreden – wat zich uit in een vorm van gehoorzaamheid en welwillendheid – alleen relevant is voor de weinige procenten van de bevolking waarmee de politie te maken heeft. En nog iemand anders vroeg of legitimiteit en vertrouwen als begrippen wel zo dicht bij elkaar horen te staan. Leidt het één automatisch tot het ander of is dat helemaal niet zo?
Interessant was ook de vraag van wie de politie is. Is de politie van de overheid óf is de politie van de samenleving? De gedachte dat de politie van de samenleving is, sprak aan. Het verklaart waarom het belangrijk is dat de politie nauw verbonden blijft met die samenleving. Dát is ‘het Nederlandse model’. Een werkwijze die ook betekent dat de politie niet in de eerste plaats aan gezagsdragers uitlegt wat ze doet, , maar aan de mensen voor wie je werkt. Horizontale communicatie. Direct in het optreden of in groter verband. Het leidt tot communicatief gezag, zoals Jurrien Rood het noemde. Vertrouwen gedijt tenslotte in positieve interactie.
Maar hoe doe je dat in een samenleving die steeds verder polariseert, waar tegenstellingen groter worden? Hoe blijf je als politie neutraal en waar sta je dan wel voor? En bovendien, is de politie wel zo neutraal? Gesproken werd over VR-brillen, waarmee politiemensen in oefensituaties ertoe worden gebracht om hun eigen referentiekader te onderzoeken. Maar ook over hoe je verbinding aangaat in een samenleving waar interactie digitaliseert en eigenlijk geen gezicht meer heeft. Social media is nauwelijks te volgen, laat staan te beïnvloeden. En wat betekent staan voor de rechtstaat in de digitale wereld?
Ik vond het een mooi gesprek. Het ging net even verder dan het gemiddelde praatprogramma of Kamerdebat. De moeite werd opgezocht. En gevonden. Want, zo zeiden we, politiewerk wordt er niet makkelijker op. Dat mag ook wel gezegd worden.
Voor mij persoonlijk is dat niet zo erg, het levert mij interessante gesprekken op. En we hebben stof genoeg om ons Tijdschrift vol te schrijven. Maar je zal maar diender zijn, op straat of in de digitale wereld. Ik kan het niet genoeg benadrukken: dan moet je tussen alle klippen doorzeilen. De mensen rekenen op je, zelfs degene die je gisteren nog stond te filmen om te controleren of er niets mis ging. Ga er maar aanstaan. Ik maak een diepe buiging.
Geef een reactie