Technologische hulpmiddelen als drones en apps nemen door de coronacrisis een hoge vlucht. Lotte Houwing (Bits of Freedom) ziet hierdoor vrijheden van burgers eroderen. Zelfstandig onderzoeker Wouter Landman hoopt dat de politie hier zelf ook waakzaam op is.
“Nu de surveillancestaat van straks voorkomen”
Lotte Houwing
Onderzoeker Bits of Freedom
In de bestrijding van het coronavirus wordt ook in de handhaving naar technologie gegrepen. Met de middelen die vandaag worden ingezet wordt de wereld van morgen vormgegeven. Wat doet deze digitalisering van het toezicht met de bescherming van onze rechten en vrijheden? De inzet van technologie verandert de aard en schaal van surveillance. Een agent kan maar op één plaats tegelijk zijn, heeft geen ogen in haar of zijn achterhoofd en moet het doen met een feilbaar geheugen. Waar we het ons niet voor kunnen stellen dat op elke straathoek een agent staat, zijn de vele camera’s in de steden onderdeel van het meubilair geworden. De enorme toename van doorzoekbare databanken vervangen de grijze massa in het hoofd. De maatschappij is hier snel gewend aan geraakt.
Natuurlijke grenzen vervagen door het gebruik van technologie. De inzet van een helikopter is erg kostbaar, en de beschikking erover beperkt. Drones zijn goedkoper, en kunnen in grotere getalen worden ingezet. Surveillance is goedkoop geworden. Dit betekent dat een groter deel van de openbare ruimte en de bevolking voor hetzelfde budget onder toezicht kan worden gesteld. Dit terwijl de manier waarop dat gebeurt onzichtbaarder wordt.
Crises vereisen soms ingrijpende middelen, maar we moeten waken voor een erosie van onze vrijheden. Maatregelen die in extreme omstandigheden legitiem lijken, en alleen dan zouden worden ingezet, hebben de slechte gewoonte toch te blijven plakken. Wat nu extreem overkomt normaliseert makkelijk in een langdurige crisis. En wie bepaalt er eigenlijk wanneer de crisis voorbij is? Als we straks geen surveillancestaat willen, moeten we dat nu voorkomen.
“Dat iets mag, wil nog niet zeggen dat het deugt”
Wouter Landman
Zelfst. onderzoeker en adviseur
De coronacrisis is op veel terreinen een versneller van ontwikkelingen die al gaande waren. Dit geldt ook voor de digitalisering van de samenleving en het gebruik van technologie voor de uitvoering van overheidstaken. Dat is zichtbaar in het gebruik van drones voor toezicht, de coronaapp die (alsnog) in ontwikkeling schijnt te zijn en het mogelijke gebruik van locatiedata van telecomproviders.
De onderliggende trend is helder: er zijn in onze samenleving steeds meer geautomatiseerde ogen en andere ‘trackers’ die burgers in hun doen en laten volgen en ook steeds meer algoritmen die betekenis geven aan het gedrag van burgers. De surveillancecapaciteit van de politiemensen verbleekt hierbij. Massasurveillance wordt steeds meer werkelijkheid en komt door de coronacrisis in een versnelling.
Die versnelling geldt gelukkig ook voor het publieke debat over het gebruik van technologie. En dat is een zegen. Het is in Nederland namelijk best lang stil geweest rondom de maatschappelijke consequenties van (surveillance) technologie. En onderwijl ging het geëxperimenteer met die technologie door overheidsorganisaties – niet in de laatste plaats de politie – door. Ik heb dus zorg, maar ook hoop dat de politie haar waakzaamheid en dienstbaarheid aan de waarden van de rechtsstaat breed uitlegt. Dit wil zeggen: alert is op de mate waarin haar eigen handelen die waarden aantast of kan aantasten. Dat iets (vooralsnog) mag, wil immers nog niet zeggen dat het deugt. Het is (ook) aan de politie zelf om de balans tussen de mogelijkheden en inbreuken van het gebruik van nieuwe technologie in het politiewerk te bewaken.
Geef een reactie