Marcel Bruinsma vraagt zich af of het nog wel kan: vasthouden aan vroegpensioen met de huidige druk op de formatie. Volgens vakbondsvoorzitter Jan Struijs (NPB) is deze ‘braindrain’ van ervaren collega’s relatief. “Bij velen ontbreekt sowieso de puf om hun expertise nog langer gemotiveerd in te zetten.”
“Nog meer gaten in het rooster?”
Marcel Bruinsma, Voormalig hoofd School voor Recherche
De’ bonden beraden zich op acties op het dossier vroegpensioen. Maar terwijl zij vol energie gaan voor specifieke collega’s, bleek de minister nog niet zo genegen om daarin mee te gaan. Het dilemma spreekt voor zich: de komende jaren gaan 15 tot 17 duizend korpsleden met pensioen. Een schat aan kennis en ervaring verlaat daarmee het korps. Nog los van de mensen die gewoon een carrière-switch maken en overstappen naar een andere werkgever: een leven lang werken bij de politie is voor de huidige instroom niet meer een vast patroon.
Het is voor veel eenheden en onderdelen nu al bijna onmogelijk het rooster op orde te krijgen. Elk team heeft (zeer) veel vacatures. Sinds kort wordt er voor het eerst sinds jaren weer actief geworven via vele media. De druk op de Politieacademie is groot om meer mensen op te leiden. Het verkorten van de opleidingsduur wordt serieus overwogen. En er is in de lopende CAO zelfs opgenomen dat gepensioneerde medewerkers weer ingehuurd mogen worden. Ik hoorde een vakbondsvoorzitter daarover zeggen: er is nu een formatie-crisis en deze vraagt om crisismaatregelen.
En dan wordt er nu door diezelfde voorzitter(s) gestreden voor een vroegpensioen. Dus nog meer mensen nog eerder de dienst uit? Nog meer gaten in het rooster? Nog meer druk op de jongere generatie die achterblijft? Ik gun het die ouderen, maar toch, hoe breng je deze tegenstrijdigheden bijeen?
“De bal ligt bij de politiek”
Jan Struijs, Voorzitter Nederlandse Politiebond (NPB)
Twee jaar geleden besloten de politiebonden de werkgever te gaan helpen bij de aanpak van de onderbezetting. We maakten een herstelplan met dertig voorstellen die tot extra capaciteit konden leiden, zoals een andere opzet van de politieopleiding waardoor agenten sneller op de werkvloer kunnen worden ingezet.
Ons plan belandde in de politie-cao 2018/2020 en wordt sindsdien uitgewerkt. Op aandringen van de bonden staat in die cao ook dat de onderhandelingen over een vroegpensioenregeling voor de politiesector worden hervat als een landelijk pensioenakkoord dat zinvol maakt. Zo’n akkoord kwam in 2019 tot stand en biedt in ieder geval fiscale ruimte voor cao-afspraken over een vervroegde uittreding van de huidige 60-plussers. Inmiddels zijn wij daarover dan ook met de werkgever in onderhandeling. Wij willen een fatsoenlijke regeling voor ‘versleten’ collega’s, ongeacht de kennis en ervaring die dan verloren gaat. Dat verlies is relatief, omdat bij velen sowieso de puf ontbreekt om hun expertise nog langer gemotiveerd in te zetten.
Tegelijkertijd zijn de bonden dus gebrand op minder werkdruk voor de jongere generaties – iets waar we al jaren voor ijveren. Anno 2020 ligt de bal echter bij de werkgever en de politiek. Die moet besluiten of ze na tien jaar kortzichtig bezuinigen overstapt op verstandige investeringen in de gezondheid en veiligheid bij de politie. Dat vereist zowel een tijdige instroom van voldoende nieuwe medewerkers als een tijdige uitstroom van ‘versleten’ senioren.
Geef een reactie