Catherine de Bolle, sinds medio 2018 executive director van Europol, ziet haar organisatie als dé information hub binnen de EU op criminaliteitsgebied. Dit vraagt om nog meer en betere samenwerking van de lidstaten.
Waarom ambieerde u deze functie?
“Als commissaris-generaal van Belgische politie ging veel aandacht van mij naar internationale samenwerking. Ik geloof erin dat veel vormen van criminaliteit alleen internationaal een antwoord kunnen krijgen. Informatiedeling is essentieel. Dat heb ik eerst op regionaal niveau, toen op landelijk en daarna op Europees niveau ervaren. Op Europees niveau heb ik in eigen land ook gezien wat Europol kan betekenen.
Toen wij de aanslagen in Brussel hadden, moesten we zorgen dat we de daders pakten en nieuwe aanslagen zien te voorkomen. Europol heeft toen direct een mobile office gestuurd, waarmee we direct de mogelijkheid hadden om over te gaan tot volledige informatie-uitwisseling.
Dat internationale overzicht heb je nodig. Dus toen ik zag dat er een kans was om als executive director bij Europol mijn ambities te vervullen, ben ik er vol voor gegaan, met de volledige steun van mijn regering. Ik werk graag in een internationale, multiculturele omgeving.
Mijn motivatie was (en is): de aanpak van criminaliteit op Europees niveau. Vanuit deze positie heb je een helikopterview, kan ik dienen om de onderzoekers te helpen, om onderzoeken te versterken, om verbanden te leggen die zij nationaal niet zien. Uiteindelijk komt het vanuit een dieper persoonlijk ideaal van de samenleving dienen. Als kind wilde ik lerares worden.
Mijn ambitie om bij de politie te werken, is gegroeid. Ooit werd ik toen ik fietste zonder licht gestopt door een gendarme. Ik kreeg geen boete, maar een uitleg waarom dat gevaarlijk was, vooral voor mijzelf. Toen dacht ik al, zo wil ik ook ooit worden. Latere incidenten zag ik vaak op het nieuws, met reactie van de politie erbij, ik wilde lid zijn van zo’n mooie familie. Ik was echter niet lang genoeg om bij de politie te komen. De eis was 1.68 meter, ik was enkele centimeters te klein. Daarom ben ik Rechten gaan studeren. Toen de regels werden veranderd, kon ik alsnog bij de politie gaan werken.”
De politie was een mannenwereld. U zit hier als vrouw. Voelt u zich rol model?
“Ik vind dat andere vrouwen moeten beseffen dat het kan. Met hard werken, geluk en moed kan het. Je moet vooral durven. Ik vind het belangrijk dat je als vrouw die functie kan uitoefenen. Dat anderen het zien en er ook gebruik van maken. We vinden het bij Europol belangrijk dat ons beleid genderneutraal is. We gaan ook na bij de rekrutering wat de mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld voor vrouwen met een gezin. Natuurlijk, als je een toppositie uitoefent, dan weet je dat een 40-urige werkweek niet bestaat. Je moet enorm veel van jezelf en je vrije tijd investeren, anders zal het niet lukken. Maar dat geldt voor iedereen.”
Hoe doet u dat zelf?
Door de weeks woon ik hier in Den Haag, in het weekend ga ik naar huis. Het is bekend, en gold ook voor mij, dat vrouwen vaak net wat anders naar een uitdaging kijken dan mannen. Wij denken eerder: past mij dat wel? En dan is een duwtje in de rug vaak net wat ons dan de drempel over helpt. Ik heb ook altijd mensen gehad die mij daarin hebben gecoacht en gepusht. Zo had ik bijvoorbeeld de burgemeester van mijn stad die mij stimuleerde verder te kijken, niet in je comfortzone te blijven.
Thuis moet het ook aanvaard worden. Je hebt goede afspraken nodig. Vrouwen gaan er geregeld vanuit ‘dit kan ik niet’ of het is te vernieuwend om als vrouw op zo’n positie te zitten. Zet je daar over heen. Maar als je gaat, ga je er ook voor de volle 100 procent voor. Dan moet je er ook klaar voor zijn. Ik ben in mijn loopbaan eraan gewend geraakt om steeds de eerste vrouw op een bepaalde positie te zijn.
Ik vind het belangrijk dat je luistert, beslissingen neemt. Vertrouwen krijg je doordat je eerlijk bent en consequent en doordat je het beroep kent, weet waar je over praat. Ik wil ook geen ja- knikkers om me heen. Kritisch tegenspel is essentieel wil je het beste uit je organisatie en de samenleving halen. Want je werkt voor die burgers he!”
Europol is nu een EU-agentschap, wat betekent dat voor de organisatie en voor u?
“Voor ons is de management board heel belangrijk. Daarin zijn alle lidstaten en de Europese Commissie vertegenwoordigd. Onze agenda is het resultaat van een volledig coördinatiemechanisme tussen alle wensen van de lidstaten, de EC, de Europese veiligheidsagenda en de actualiteit. Het agentschap ondersteunt de rechtshandhaving van de lidstaten met expertise, brengt proactief trends in kaart brengt en informeert de lidstaten daarover. En alles op basis van door de lidstaten aangeleverde informatie.
Voor de duidelijkheid: Europol voert zelf geen onderzoeken uit. Wat volledig nieuw is, is de nieuwe regulering vanuit het Europese Parlement. Zij staat in voor de politieke monitoring van het agentschap. Zo’n joint mission bestaat uit leden van het EP en vertegenwoordigers van alle lidstaten. Toen we bijvoorbeeld Malta ondersteunden in haar onderzoek naar de vermoorde journaliste, keken zij met ons mee hoe we het deden, welke middelen we inzetten.”
Doen ze dat vooraf of achteraf?
“Als we bijvoorbeeld een open sessie hebben over financiële criminaliteit, dan vragen ze naar hoe we de beschikbare informatie verzamelen en delen, maar ook naar waar tekortkomingen zijn in samenwerking of in het systeem an sich. Hoe loopt dat, hoe evalueer je? Er worden dan vragen gesteld zowel over hoe wij ons werk doen, hoe we omgaan met wat in regulering is bepaald, als over de inhoudelijke kant van het onderwerp.
De grens tussen verantwoording achteraf en sturing in de toekomst door middel van het formuleren van wensen is soms dun. Wij zien het echter als een goede mogelijkheid om te laten zien wat Europol doet. In persoon vertegenwoordig ik in zulke sessies het agentschap. Als het een specifiek onderwerp is, dan neem ik een expert mee, die de meer inhoudelijke vragen kan beantwoorden.”
Is er genoeg budget om als Europol de lidstaten optimaal te kunnen ondersteunen?
“De EC doet het voorstel voor het budget van Europol. Het zijn uiteindelijk de lidstaten zelf die zich dan daarover moeten uitspreken. Alle domeinen waar de EU actief is, worden dan samengevoegd tot één EU-begroting. We hebben een jaarbudget en meerjarig budget. We zien nu een voorstel tot vermindering van het budget van Europol met 10 procent, dat is veel (van €138 naar €124 miljoen, -red).
Wat we dan doen, is aan de Europese Commissie uitleggen wat de impact daarvan zal zijn. We zullen dan minder ondersteuning kunnen bieden aan lidstaten. Is dat wenselijk in deze tijd waarin juist een groeiende behoefte leeft om Europol te gebruiken als information hub?
Er zijn grote verwachtingen ten opzichte van Europol. Naar gelang de financiële middelen kunnen we die verwachtingen wel of niet waarmaken. Wij hebben een klein deel van het totale EU-budget, maar voor ons heeft zo’n vermindering forse consequenties. Voor mij is de management board dan van belang. Ze krijgen van ons inzicht wat we met welk budget wel en niet kunnen, daarop wordt dan de koers voor komende periode vastgesteld.”
Hoe zijn de lidstaten vertegenwoordigd in de management board?
“Er zijn landen die vertegenwoordiging hebben op ministerieel niveau en landen die vertegenwoordiging hebben op politieel niveau, dat verschilt. De lidstaten beslissen zelf hoe ze hun vertegenwoordiging inrichten. Nederland is goed vertegenwoordigd via Jannine van den Berg en Arie IJzerman, zij hebben kennis van zaken en een goede positie binnen de Nederlandse politie. Iedere lidstaat neemt het voorzitterschap 18 maanden waar.
We hebben als Europol veel gelegenheid om input te geven en de agenda vast te stellen. Men voert transparante discussies. Ik zou wel willen dat de nationale politiechefs zich in persoon meer betrokken tonen bij ons werk, zodat het nog meer over de inhoud gaat. Want uiteindelijk werken we voor de effectiviteit van de diensten in de lidstaten.”
Wat is het effect van Brexit?
“We kijken binnen Europol naar de verschillende scenario’s. Wat is de impact van een no deal? Wat is de impact van een deal? Wanneer dat duidelijk is, kan de management board beslissen of en hoe we een strategisch verdrag met de Britten afsluiten. De Europese Commissie zal een samenwerkingsverband moeten bekrachtigen want als agentschap kan Europol dat zelf niet meer. Met name het kunnen uitwisselen van onder andere persoonsgegevens zal cruciaal blijven voor een goed functionerende samenwerking binnen de EU.”
Is er een relatie tussen Europol en Eurojust?
“We hebben op managementniveau een zeer nauwe samenwerking. Het is een security chain. We moeten geallieerd zijn op veel dossiers. Op strategisch niveau wisselen we informatie uit. Immers, als je veel energie steekt in de opsporing met betrekking tot een bepaald fenomeen, maar de vervolging gaat hierin niet mee, dan doen we het samen niet effectief.”
Is CEPOL een relevante partner?
“Voor ons is CEPOL hét trainingscentrum van de EU. Wij leveren experts en expertise, het is voor ons zeer belangrijk om expertise te delen. Maar onderwijs is voor Europol geen core business. Want hoe meer we trainen, hoe minder we kunnen analyseren. En de toestroom van data is enorm. Onze strategische rapporten geven trends weer. Die delen we met CEPOL. Ze worden meegenomen in de discussie over wat nodig is op het gebied van trainingen. CEPOL maakt vervolgens de programma’s op basis van de behoeften van de lidstaten.”
Soms wil een land niet al haar informatie delen met iedereen, hoe gaat Europol daarmee om?
Voor ons is dat vrij eenvoudig. Het leverende land blijft eigenaar van informatie en bepaalt wat Europol ermee mag doen. Ieder land geeft zelf aan in welke mate welke informatie mag worden gedeeld. We zijn echt een hub van informatie en hebben ook geen executieve bevoegdheden om er zelf mee aan de slag te gaan anders dan overzichten en analyses te maken. Die de lidstaten moeten kunnen gebruiken.”
Uw core-business is eigenlijk dataverwerking. Wat voor type mensen heeft Europol daar voor nodig?
De vacatures worden omschreven vanuit business needs. De selectieprocedures verlopen professioneel. We willen in de toekomst meer specialisten bijvoorbeeld op IT, cyber en finance. Wellicht zullen we meer met burgerambtenaren gaan werken. Het lastige is natuurlijk dat de lidstaten juist hun goede mensen op deze terreinen zelf willen behouden, maar we krijgen toch heel goede medewerkers. We nemen gewoon de beste mensen aan, ongeacht hun nationaliteit.
De contracten zijn veelal voor 5 jaar met mogelijke verlenging van 4 jaar. Dan kun je 3 jaar niet terugkomen. Daar is wel kritiek op vanuit mensen zelf, die willen geregeld langer blijven. Maar voor mij en de management board is doorstroming belangrijk. Permanente instroom van creatieve politiemensen die het werk kennen en ook een actueel netwerk hebben in hun thuisland en de politieorganisatie is essentieel voor ons functioneren. Juist het bijeen brengen van zoveel expertise en het bundelen en analyseren van zoveel data is onze kracht. Omdat de lidstaten dat individueel niet kunnen.”
Hoe kijkt u aan tegen de politie in Nederland?
“Ik vind dat er een zeer goede samenwerking is. We worden ook prima ondersteund door Nederland als gastland van Europol. We zijn enorm geïnteresseerd in innovatieprojecten. Daar zijn jullie heel goed in en hebben jullie Europees gezien grote budgetten. Er wordt veel geïnvesteerd in informatietechnologie. Kijk bijvoorbeeld naar MEOS, dat is uniek vanuit Europees oogpunt. En met jullie cyberteams lopen jullie ook vooraan. Nederland zal dan ook heel vaak een van de drivers zijn in innovatieprojecten. Een van de issues van de toekomst is hoe om te gaan met de grote hoeveelheden data, hoe kunnen we daar de juiste operationele informatie uit halen.”
Heeft u nog tips voor Erik Akerboom?
“Jazeker: blijf alsjeblieft goede mensen naar Europol sturen. En betrek ons in een zo vroeg mogelijk stadium in onderzoeken. En als hij nieuwe ideeën heeft waarbij Europol een rol kan spelen, geef dat mee aan de board members.”
Uw termijn is twee keer vier jaar. Wat zullen we na vier jaar van u merken?
“Dat Europol veel meer focust op de verwachtingen van de lidstaten en hen meer ondersteunt met vooral strategische analyses. Die moeten top zijn, uit de databanken halen wat erin zit. We zijn aan het bepalen wat goede standaarden zijn waaraan analyse moet voldoen. Deze zomer bieden we analisten van de lidstaten een summerschool om ook hun niveau verder te verbeteren.
Uit mijn kennismakingsronde bleek ook dat Europol de laatste jaren iets te weinig heeft geïnvesteerd in drugs en zware georganiseerde criminaliteit. We zullen de steun aan lidstaten op deze terreinen dan ook gaan verhogen. Ook is hopelijk de expertise met betrekking tot financieel-economische criminaliteit versterkt. Aan elk onderzoek is dan een financieel onderzoek gekoppeld. We moeten vat krijgen op criminele financiële stromen, afpakken is veel effectiever dan alleen celstraffen.”
Het laatste woord is aan u, wat wilt u nog kwijt?
“Ik vind het zeer belangrijk dat iedereen beseft dat wanneer je informatie alleen voor jezelf houdt, je anderen in gevaar kunt brengen. Het is dus heel belangrijk dat je deelt. Vertrouwen in elkaar is er nog niet altijd, daar moeten we verder aan werken. In mijn ogen is er maar een weg: samenwerken. Landelijk én Europees.”
Geef een reactie