In juni 2023 verschijnt het themanummer ‘Policing the internet’ van het Tijdschrift voor de Politie.
Heleen Goes verrichtte binnen haar masterstudie Opsporingscriminologie aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de VU Amsterdam een verkennende studie naar het verhoor van verdachten van hackdelicten. Tot op heden werd nog geen onderzoek gedaan naar het verhoorproces van hackverdachten. Titel van de scriptie: Cybercriminelen in de verhoorkamer. De tekst van de scriptie is HIER te downloaden.
Verdachtenverklaringen verkregen in politieverhoren dienen nog steeds als een belangrijk bewijsmiddel. Naar verwachting is technisch bewijs niet altijd voldoende om een hackzaak rond te krijgen. Soms speelt een verklaring van een hackverdachte zelfs een cruciale rol in het verloop van het opsporingsonderzoek. Dat is bijvoorbeeld het geval in de situatie waar de politie pas nader onderzoek kan doen zodra een hackverdachte zijn wachtwoord afstaat. Hierbij is het wel van belang dat de politie accurate informatie van de hackverdachte ontvangt. Zeker bij kwetsbare verdachten die voorkomen binnen de groep hackverdachten, bijvoorbeeld met een autisme spectrum stoornis (ASS), bestaat een hoger risico op het verkrijgen van onbetrouwbare informatie. Wanneer rechercheurs onjuiste informatie van de verdachte verkrijgen, kan het onderzoek in de verkeerde richting worden voortgezet of loopt men, zonder ander duidelijk bewijs, vast.
Heleen Goes, Robin Kranendonk en Marleen Weulen Kranenbarg schreven er DIT ARTIKEL over.
Geef een reactie