Afspraken maken met de pers over informatieverstrekking over lopende onderzoeken, werkt dat? Na het kort geding over toegang tot de Brunssemerheide is Marcel Bruinsma sceptisch. Hoofd communicatie Marieke Stuart ziet de pers nog steeds als een nuttige bondgenoot.
“Hoe moet ik ‘zeer zorgvuldig’ interpreteren?”
Marcel Bruinsma
Voormalig hoof School voor de Recherche
De afgelopen periode werd ik getriggerd door nieuws over de relatie tussen politie en de media. Zomaar wat berichten: “de pers” wil via een kort geding alsnog toegang tot de Brunsummerheide. Zij claimt dat haar onterecht de toegang wordt geweigerd, de vrije nieuwsgaring is in het geding. Aan de rechter om dat te toetsen (en af te wijzen). In Duitsland gaat de politie Noordrijn-Westfalen, mede gedwongen door de publieke en politieke opinie, de nationaliteit van verdachten noemen in haar persberichten. Ook als het Duitsers zijn! In beide situaties geeft ‘de pers’ aan dat men er echt op mag vertrouwen dat zij zorgvuldig met het nieuws zal omgaan. Maar als je daar het voorpagina- artikel over de zoon van burgemeester van Amsterdam tegenover plaatst, vraag ik me af hoe ik “zeer zorgvuldig” moet interpreteren. Ook al ben ik zelf van nature geneigd te vertrouwen op het woord wat iemand mij geeft, moet ik erkennen dat ik na mijn jaren bij de recherche heb ervaren dat dit wel eens anders ligt. Meer dan eens werd mij of een collega iets bezworen “op het graf van mijn moeder” die overigens de dag erna schone kleding kwam brengen. Met persmensen waren toen wel vaak goede afspraken te maken over informatieverstrekking over lopende onderzoeken. Het lijkt mij voor onze collega’s op de afdelingen communicatie dan ook steeds lastiger goede afwegingen te maken tussen openheid en transparantie versus (nog even?) niet communiceren. Of zie ik nu een dilemma dat er niet is?
“De TV op zwart en de voorpagina’s leeg?”
Marieke Stuart
Hoofd communicatie Eenheid Zeeland-West-Brabant
De relatie met de media is een veel besproken onderwerp. Van critici die zeggen: “Je moet journalisten niet wijzer maken dan ze zijn”. En ‘De pers is alleen maar negatief over de politie”. Naar fans die zeggen dat ze wél iets aan de media hebben. Ik ben dus een van die fans. Samenwerken met de media is wat mij betreft cruciaal voor een publieke organisatie als de politie. Ik zie voorbeelden waarbij we met de pers zaken oplossen of een verdachte aanhouden dankzij de inzet van de media en het publiek. Maar ik denk ook aan de persoonlijke verhalen van collega’s bij de diverse praatprogramma’s over bijvoorbeeld geweld tegen de politie. Staan wij als politie dan ten dienste van de media? Nee, zeker niet. Zij hebben hun rol, wij een hele andere. Toch vinden we elkaar in die samenwerking en daar kun je samen in optrekken. En zoals het werkt in een relatie, het is geven en nemen en soms knettert het misschien. Natuurlijk gaan we niet mee in ieder verzoek, maar is er bij de media (enkele uitzonderingen daar gelaten) ook zeker begrip voor timing en het wel of niet delen van sommige informatie. Overigens gun ik ons als organisatie nog vaker de stap naar de media, al dan niet samen met bijvoorbeeld onze bonden. De ontwikkeling van onze eigen (sociale) media vind ik zeer positief. Steeds vaker maken we onze eigen (video)beelden en ons eigen nieuws. En de pers neemt die ook over. Nog meer regie over ons verhaal, hoe mooi is dat? Als het aan mij ligt, gaat de tv dus niet op zwart vanavond.
Geef een reactie