Na een pilotjaar (2017) en vier jaar ‘verlengde beproeving’ (2018-2021) in drie politieteams, is het stroomstootwapen vanaf januari 2022 landelijk ingevoerd.1 Alleen agenten in de basisteams die regelmatig worden ingepland voor incidentafhandeling (‘first responders’) en die bovendien al zijn uitgerust met een vuurwapen, komen hiervoor in aanmerking. In totaal ruim 17.000 politieagenten. Wat zijn de bevindingen één jaar na de landelijke invoering?
Het uitrusten van politieagenten met een stroomstootwapen is niet onomstreden. Maatschappelijke organisaties als Amnesty International en Controle Alt Delete wijzen hierbij op de medische risico’s bij het gebruik van het stroomstootwapen en op mogelijk onterecht gebruik tegen mensen met psychische problemen. In opdracht van de minister van Justitie en Veiligheid is een systematisch literatuuronderzoek verricht naar de gezondheidseffecten van blootstelling aan het stroomstootwapen (Dückers et al, 2019).2 De auteurs stellen op basis hiervan dat de kans op een ernstig gezondheidseffect als laag is in te schatten. Overigens brengt elk wapen risico’s met zich mee voor verdachten, politieagenten en soms ook voor omstanders. Om na te gaan of de bevindingen van dit literatuuronderzoek naar gezondheidseffecten ook van toepassing zijn op de Nederlandse context, monitort het Nivel gedurende drie jaar de medische gevolgen van het gebruik van het stroomstootwapen na de landelijke invoering.
Gebruik stroomstootwapen in 2022
In 2022 is het stroomstootwapen bij 4.414 incidenten gebruikt, waarvan in driekwart van de gevallen alleen dreigend: door het gebruik verbaal aan te kondigen, het stroomstootwapen uit het holster te trekken, door het te richten en/of door met het stroomstootwapen te ‘knetteren’ (met zichtbare stroomboog). Bij de overige 1.112 incidenten is het stroomstootwapen daadwerkelijk ingezet door een of enkele stroomstoten toe te dienen. Meestal door twee pijltjes uit een cassette op de doelpersoon af te vuren, waarna een stroomkring tot stand komt van maximaal vijf seconden. Het effect is neuromusculaire incapacitatie: oncontroleerbare spiersamentrekkingen en een verminderd vermogen om zelfstandig bewegingen uit te voeren door overprikkeling van motorische zenuwen. Hierdoor wordt de doelpersoon gedurende vijf seconden handelingsonbekwaam, wat de agenten de gelegenheid biedt de persoon te fixeren en te boeien.
Als er geen stroomkring ontstaat, bijvoorbeeld omdat een of beide pijltjes de doelpersoon missen of door het breken van een of beide stroomdraadjes, kan de agent zo nodig uit een tweede cassette nogmaals twee pijltjes afvuren.3 Indien nodig kan de agent na een stroomstoot van maximaal vijf seconden nogmaals een stroomstoot toedienen van wederom maximaal vijf seconden. Dit gebruik van een stroomstootwapen in de schietmodus is geoorloofd tegen (vermoedelijk) bewapende personen die geweld tegen personen (dreigen te) gebruiken, ter aanhouding van verdachten die zich daaraan trachten te onttrekken, tegen agressieve dieren of om direct gevaar voor het leven of zwaar lichamelijk letsel af te wenden (zie verder Ai 12c, lid 1).
Onderstaande tabel geeft een cijfermatig overzicht van het gebruik van het stroomstootwapen in 2022. Bij de 1.112 incidenten waarbij het stroomstootwapen daadwerkelijk werd ingezet, betrof dit 837 keer (75,3%) alleen het afvuren van de pijltjes.
Tabel 1: Gebruik stroomstootwapen in 2022
Soort gebruik | Aantal | % |
Alleen dreigend | 3.302 | 74,8% |
Alleen afvuren cassette(s) | 837 | 19,0% |
Afvuren cassette(s) met extra stroom | 232 | 5,3% |
Afvuren cassette(s) met schokmodus | 7 | 0,2% |
Afvuren cassette(s) met extra stroom en schokmodus | 4 | 0,1% |
Alleen schokmodus | 32 | 0,7% |
Totaal | 4.414 | 100% |
Bij 43 incidenten is het stroomstootwapen (ook) in de schokmodus gebruikt, waarvan het merendeel in de eerste helft van 2022.4 Hierbij wordt het stroomstootwapen direct op het lichaam van de doelpersoon geplaatst en de stroomknop ingedrukt. Het effect is een pijnprikkel en dus geen neuromusculaire incapacitatie. Het gebruik van het stroomstootwapen op deze wijze is slechts geoorloofd ter verdediging tegen of voor het onder controle brengen van agressieve dieren of om direct gevaar voor het leven van personen of voor het ontstaan van zwaar lichamelijk letsel af te wenden (Ai 12c, lid 2). In de meeste gevallen was hier geen sprake van en werd de schokmodus gebruikt om verder verzet te breken.
Casus: gebruik van de schokmodus
Spoedmelding huiselijk geweld. Bij betreding van de woonkamer trof de politie een man aan met bloed in zijn hals, die met een mes een snijdende beweging in zijn nek maakte. De man was agressief, zwaar onder de invloed van drugs en was niet aanspreekbaar noch benaderbaar. Na vergeefs aanroepen het mes te laten vallen werd het stroomstootwapen afgevuurd, echter zonder effect. Na een waarschuwing werd het stroomstootwapen een tweede keer afgevuurd. Hierop viel de man op de grond, maar bleef het mes stevig vasthouden. Na wederom aanroepen en een waarschuwing werd een extra stroomstoot afgegeven via de pijltjes. Hierop kon een tweede agent het mes uit de hand van de man pakken. Bij het aanleggen van de handboeien verzette de man zich hevig. Na een nieuwe waarschuwing werd hierop een stroomstoot via de schokmodus toegediend op de borst ter hoogte van zijn schouder. Hierop staakte de man zijn verzet. De schokmodus werd gebruikt omdat de agenten de man zo snel mogelijk onder controle wilden hebben gezien zijn verwondingen. Uit inspectie van de logdata blijkt een totale stroomduur van 12 seconden. |
Stroomduur
Bij de incidenten waarin het stroomstootwapen daadwerkelijk is ingezet tegen een doelpersoon, is aan de hand van de logdata nagegaan hoeveel seconden er een stroomkring tot stand kwam. Vaak is dat minder dan het aantal seconden dat het wapen daadwerkelijk is ingezet, doordat de pijltjes de doelpersoon niet (goed) treffen of wanneer om een andere reden de afgegeven stroom niet het lichaam van de doelpersoon bereikt. Bijvoorbeeld doordat de doelpersoon dikke of meerdere lagen kleding draagt, of doordat een of beide stroomdraadjes breken.
De stroomduur van al deze inzetten bedraagt gemiddeld 6,3 seconden (mediaan is vijf seconden). Bij minstens 72 inzetten is volgens de logdata geen stroomkring tot stand gekomen. Bij acht inzetten bedraagt de totale stroomduur meer dan de drie keer vijf seconden die algemeen als veilig worden beschouwd, variërend van 16 tot 23 seconden. Het gaat daarbij niet om één doorgaande stroomstoot van meer dan 15 seconden (wat technisch ook niet mogelijk is, aangezien de stroomafgifte begrensd is op telkens vijf seconden), maar om de optelsom van een aantal stroomstoten na elkaar: het afvuren van een of meer cassette(s), mogelijk gevolgd door extra stroom via de pijltjes of als schokmodus met behulp van de stroomknop (begrensd in cycli van maximaal vijf seconden).
Andere geweldmiddelen
Bij meer dan de helft (56,4%) van de incidenten waarin het stroomstootwapen daadwerkelijk is ingezet, was dit tevens het enige geweldmiddel dat werd ingezet. Bij de overige 485 incidenten werd ook een of meer andere geweldmiddelen ingezet. Meestal betreft dit fysiek geweld (52,3%), bijvoorbeeld omdat de doelpersoon na de stroomstoot zich nog verzet bij het boeien. Ook pepperspray (16,9%) en de wapenstok (10,9%) worden in dit verband vaker gemeld. Het vuurwapen (6,7%) en de diensthond (2,4%) worden minder vaak gemeld als geweldmiddel in combinatie met het stroomstootwapen.5
Letsel
Net als elke andere geweldsaanwending is ook de inzet van het stroomstootwapen niet gevrijwaard van risico’s. Er zijn situaties dat het wapen niet effectief is door bijvoorbeeld het missen van de pijltjes van de doelpersoon, het onvoldoende tot stand komen van een stroomcircuit of het mogelijk ontstaan van secundair letsel.
Het door de doelpersoon opgelopen letsel na de daadwerkelijke inzet met het stroomstootwapen bleef in vrijwel alle gevallen beperkt tot geen of gering letsel; over het algemeen een of twee kleine penetratiewondjes door het treffen van de pijltjes. Bij 14 doelpersonen was sprake van meer dan gering letsel ten gevolge van het stroomstootwapen. In een geval zat een pijltje vast in het bot van de onderarm en is deze door een arts verwijderd. In de overige gevallen betrof dit secundair letsel door omvallen, zoals een botbreuk of een hoofdwond.
Verantwoorden en leren van geweldgebruik
Vanaf 2019 hanteert de politie een nieuw intern proces van het melden, registreren, beoordelen en leren van geweldsaanwendingen. Nadat de agent de geweldsaanwending heeft gemeld wordt deze getoetst door de hulpofficier van justitie (hOvJ). De toetsing kan ertoe leiden dat nader onderzoek gevraagd wordt aan het sectorhoofd en vervolgens aan de commissie geweldsaanwending. Op basis hiervan wordt de politiechef geadviseerd over de beoordeling van deze geweldsaanwending. In 2022 werd 1.187 keer een geweldsaanwending met het stroomstootwapen gemeld bij 1.112 incidenten. Bij 179 van deze geweldsaanwendingen (15,1%) werd na de toetsing door de hOvJ nader onderzoek gevraagd. Hiervan blijken 67 geweldsaanwendingen met het stroomstootwapen door de politiechef beoordeeld te zijn (37,4%), waarvan 20 geweldsaanwendingen als ‘niet professioneel’.6
Gedurende 2022 zijn gemiddeld zo’n 1.300 agenten per maand opgeleid tot gecertificeerde bedienaars van het stroomstootwapen. De driedaagse training behelst onder meer de werking van het wapen, het bedienen en inzetten van het wapen binnen het van toepassing zijnde juridische kader, scenario-training van praktijksituaties, gezondheidsrisico’s en de nazorg na inzet van het stroomstootwapen. Tot augustus houdt de toename van het aantal incidenten waarbij het stroomstootwapen werd ingezet min of meer gelijke tred met de toename van het aantal gecertificeerde bedienaars. Vanaf augustus lijkt het aantal incidenten waarbij het stroomstootwapen daadwerkelijk is ingezet zich te stabiliseren rond de 100-110 incidenten per maand.
Conclusie
Een jaar na de landelijke invoering van het stroomstootwapen stemmen de bevindingen overwegend positief. In bijna driekwart van de gevallen bleef de inzet met het stroomstootwapen beperkt tot enkel waarschuwen en kon de doelpersoon worden aangehouden of het gevaar worden afgewend. En in vrijwel alle gevallen waarbij het stroomstootwapen daadwerkelijk werd ingezet tegen verdachten, kon de doelpersoon tegen wie de inzet was gericht direct worden aangehouden.
Het door de doelpersoon opgelopen letsel bleef hierbij in vrijwel alle gevallen beperkt tot geen of gering letsel. Ook bleef in de meeste gevallen de stroomduur binnen de richtlijn van maximaal drie keer vijf seconden die algemeen als veilig worden beschouwd, met een gemiddelde van 6,3 seconden.
De ontwikkeling van het aantal incidenten waarbij agenten van basisteams moeten optreden, levert geen aanwijzing op dat de landelijke invoering van het stroomstootwapen heeft geleid tot het vaker aanwenden van geweld door agenten in de basispolitiezorg in 2022.
Daarentegen zijn er ook enkele aandachtspunten. Ondanks de afname in de tweede helft van 2022, blijft het nodig het gebruik van de schokmodus extra onder de aandacht te brengen als het gaat om afwijking van de geweldsinstructie. Het stroomstootwapen lijkt in enkele gevallen lichtvaardig te zijn ingezet tegen verdachten die geen direct dreigend gevaar vormen of die al onder controle waren gebracht. Niet is gebleken dat dit structureel voorkomt. Enkele keren werd gemeld dat het stroomstootwapen niet of weinig effectief was en moest de situatie op een andere wijze onder controle gebracht worden. Tenslotte was bij 14 doelpersonen sprake van meer dan gering secundair letsel ten gevolge van het stroomstootwapen.
Over de auteurs
Bas Mali is onderzoeker bij de afdeling Kennis en Onderzoek van de Politieacademie
Petra ten Veen is als onderzoeker betrokken bij de landelijke invoering van het stroomstootwapen.
Podcast:
Beluister via deze link de podcast Het stroomstootwapen: werking, feiten en cijfers: Podcast stroomstootwapen.
Eerdere afleveringen van podcasts van de Politieacademie zijn te beluisteren via: De Academie (podcastserie van de Politieacademie).
Referenties
Adang, O., Mali, B., & Vermeulen, K. (2018). Het stroomstootwapen in de basispolitiezorg? Evaluatie van de pilot. Apeldoorn: Politieacademie.
Adang, O., Mali, B., & Vermeulen, K. (2022). Geweldig of gevaarlijk? Het stroomstootwapen in de basispolitiezorg? Den Haag: Boom criminologie
Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren (2023). https://wetten.overheid.nl/BWBR0006589/2023-01-01
Amnesty International (n.d.). Het gebruik van stroomstootwapens in Nederland.
https://www.amnesty.nl/wat-we-doen/landen/nederland/het-gebruik-van-stroomstootwapens-in-nederland.
Controle Alt Delete (2022). Mensen met ‘verward gedrag’ vaak getroffen door taser.
https://controlealtdelete.nl/articles/mensen-met-verward-gedrag-vaak-getroffen-door-taser.
Dückers, M., Baliatsas, C., Gerbecks, J., & IJzermans, J. (2019). Gezondheidseffecten van blootstelling aan stroomstootwapens (Tasers) in de context van wetshandhaving. Een systematisch literatuuronderzoek. Utrecht: Nivel.
Nivel (2021). Gezondheidsmonitor Blootstelling aan stroomstootwapen (Taser) 2021-2025.
Mali, B. (2019). Het stroomstootwapen in de basispolitiezorg? Monitor van de inzet periode
1 februari 2018 – 1 februari 2019. Apeldoorn: Politieacademie.
Mali, B. (2020). Het stroomstootwapen in de basispolitiezorg? Monitor van de inzet periode
1 februari 2019 – 1 februari 2020. Apeldoorn: Politieacademie.
Mali, B. (2020). Het stroomstootwapen in de basispolitiezorg? Monitor van de inzet periode
1 februari 2020 – 1 januari 2022. Apeldoorn: Politieacademie.
NOTEN
[1] Eerder, vanaf 2009, werden de arrestatieteams al uitgerust met het stroomstootwapen.
[2] Alleen onafhankelijke en wetenschappelijke studies werden bestudeerd. Journalistieke rapporten of studies die werden gefinancierd door Axon, de fabrikant van het stroomstootwapen, bleven buiten beschouwing.
[3] Als één van de pijltjes de doelpersoon mist kan de agent ook de stroomkring sluitend maken door het stroomstootwapen direct op het lichaam van de doelpersoon te plaatsen. Dit valt onder het gebruik in de schietmodus.
[4] De melding van dit gebruik blijkt geregeld op een misverstand te berusten, waarbij de agent die de stroomknop heeft ingedrukt om ermee te ‘knetteren’ (dreigen) of die de stroomknop heeft ingedrukt om extra stroom toe te dienen via de afgevuurde pijltjes (schietmodus), dit abusievelijk rapporteert als ‘schokmodus’. Bij nadere beschouwing bleek van de aanvankelijk gerapporteerde inzetten met schokmodus de helft (42 van de 85) geen inzet met schokmodus te zijn.
[5] In 10,9% is ook geweld ‘anders’ gerapporteerd in combinatie met het stroomstootwapen. Veelal betreft dit geweld tegen goederen, zoals het forceren van een deur of het inslaan van een raam om toegang tot de situatie te verkrijgen.
[6] Een deel van deze 179 geweldsaanwendingen wordt (toch) niet nader onderzocht, omdat het verzoek daartoe enkel gebaseerd is op het gegeven dat het stroomstootwapen voor de politie een nieuw geweldsmiddel is. Van de overige geweldsaanwendingen was het nadere onderzoek eind januari nog niet gestart of afgerond.
HIER kan het volledige artikel in pdf worden gedownload en worden geprint
Geef een reactie