Onlangs mopperde een bestuurder van een bank tegen mij dat de overheid onbehoorlijke eisen stelt. Banken moeten – gratis en elk jaar andere – gegevens aanleveren aan de fiscus. Dat vraagt forse niet-renderende inspanningen in de ICT. Bovendien zijn banken gehouden ongebruikelijke transacties door te geven aan de FIU, die tot zijn grote ergernis onvoldoende capaciteit heeft voor goed onderzoek van de meldingen. En tenslotte, zo vervolgde hij, moeten banken voor politieagent spelen in de strijd tegen witwassen.
Vooral op dat laatste punt ontspon zich een levendige discussie. Over maatschappelijke verantwoordelijkheid, ook van banken. ‘Het is toch niet fijn om als facilitator van criminelen te worden gezien’, vroeg ik retorisch. ‘En bovendien, als je de rottende werking van de ondermijnende criminaliteit op de samenleving en onze jeugd kent, dan wil je toch je verantwoordelijkheid nemen en doen wat je kunt’.
Mijn gesprekspartner speelde de bal terug. ‘Waar zijn jullie dan? Ik zie nog nauwelijks politie; zelfs een bekeuring komt uit een flitspaal’. Ik gaf toe dat de politie in de dorpen minder zichtbaar is dan vroeger, maar dat geldt ook voor banken. ‘Ook bij de politie verandert de relatie met burgers.’ Dat zag hij toch anders. Dat banken het anders doen is prima, maar mensen willen politie zien. En in die mening stond hij niet alleen. Het zette me aan het denken. Staat er iets van waarde op het spel?
De komende jaren gaan duizenden politiemensen met pensioen. Nieuwe taken rond bewaken en beveiligen en extra inzet voor de aanpak van ondermijning zijn grote uitdagingen. Omdat de neiging is vacatures, elders in de organisatie, altijd op te vullen gaat dit alles verder ten koste van de basisteams. De collega’s in basispolitiezorg hebben het de komende jaren moeilijk. Maar ook: hun zichtbaarheid zal verder afnemen, terwijl dat kennelijk door burgers als een prestatie in zichzelf wordt gezien.
Waarom is zichtbaarheid een prestatie? Laat ik een poging doen. Misschien heeft het te maken met het feit dat mensen hun verwachting bevestigd willen zien dat de lokale politie er is als dat nodig is. Het feit dat zeker buiten de steden hiervan steeds minder sprake is, heeft die beleving onder druk gezet. De overall verminderde beschikbaarheid doet dat nog verder. De politie betekent kennelijk ook iets in het gevoel van mensen. En bovendien, doen wat je kunt doen tegen ondermijning; het begint klein, in de dorpen en wijken, met kwetsbare jongeren die zich laten meezuigen in een foute wereld, waar je als politie toch bij wilt zijn. Politie in de haarvaten van de samenleving, de kenmerkende kracht van de Nederlandse politie. Laat het ons niet overkomen dat we later vaststellen dat we rond 2020 iets wezenlijks voorgoed zijn kwijtgeraakt.
Geef een reactie