We lezen In het strategisch kompas dat “de politie van overmorgen een wendbare organisatie is met wendbare medewerkers, die hun talent en vaardigheden blijven ontwikkelen”. Dat is de gewenste strategische ontwikkeling. Daarbij is de wendbare medewerker de sleutel. Het zal om die reden zijn dat de Politieacademie haar beleidsplan de titel ‘verstevigen en vernieuwen: voor wendbare en weerbare politiemensen’ meegaf. De opleiding wil politiemensen afleveren die kritisch zijn, ondernemend, onderzoekend, internationaal georiënteerd en die beschikken over 21ste-eeuwse vaardigheden. Immers, door meer diversiteit, meer hoger opgeleiden, meer mobiliteit en investering in een leven lang leren, vergroot het vermogen van de politieorganisatie om zich aan te passen aan de omgeving.
Het korps en de academie stellen de medewerker en student, die voortdurend werken aan hun ontwikkeling, centraal. Interessant is de verschillende manier waarop de Politieacademie en het korps dat invullen. De academie gaat meer gepersonaliseerd opleiden en het korps neemt de talenten en vaardigheden van medewerkers als aangrijpingspunt.
“Een op de student en medewerker gerichte benadering zal hen
als vanzelf ook weerbaarder maken”
Beide hebben daarin nog iets te doen. Veel onderwijsprogramma’s zijn groepsgericht en binnen het korps kun je in selecties en R&O- gesprekken niet om de functiegerichte competenties heen door de formats in YouForce. Niet de student of de medewerker is uitgangspunt, maar het lesprogramma en het competentieprofiel. Dat is de one-size-fi ts-all benadering van onderwijs en leiderschap. Het systeem vraagt aanpassing, want korps en academie vinden dat het anders moet. Niet het programma komt centraal te staan maar de ‘eindtermen’ van de opleiding. En niet de competentie, maar het talent dat bijdraagt aan de samenleving. Naast systeem-organisatorische ingrepen vraagt het vooral een andere benadering van docentschap en van leiderschap. We gaan van programma en competenties naar gerichtheid op wat te bereiken valt. Dat betekent samen met de student en de medewerker aansluiten op wat deze zelf inbrengt en van daaruit samen verder ontwikkelen. En zeker in een veranderende samenleving is dat een ‘ongoing proces’.
Mijn overtuiging is dat deze op de student en medewerker gerichte benadering hen als vanzelf ook weerbaarder maakt. Gezien worden als persoon, in je talenten en kwaliteiten, in je drijfveren, in wat je nodig hebt en in waar je groeimogelijkheden zitten, kortom in wat jij, ja jij, voor de organisatie en daarmee voor de samenleving betekent en hoe dat nog beter kan worden. Maakt dát je niet tot de waardevolle persoon die staat voor zijn of haar taak? Als je zo behandeld wordt, dan geef je toch alles wat je in je hebt. Ook als het overmorgen iets anders is dan vandaag?
De vraag die mij écht bezig houdt is deze: wie gaat docenten en leidinggevenden ondersteunen in hún ontwikkeling om meer en meer vanuit deze gerichtheid studenten en medewerkers te begeleiden?
Geef een reactie